Eigenlijk is dit idee gewoon een pleidooi voor systeemdenken. Niet bepaald nieuw dus, maar het krijgt nog steeds onvoldoende aandacht in de duurzaamheidswereld. Als je te simpel denkt over een probleem, kun je met een te simpele oplossing komen die niet werkt of erger nog: precies het omgekeerde bereikt van wat je wilde bereiken.
Voorbeelden te over. Jevons Paradox was eerder al genoemd; het fenomeen dat hogere efficiëntie vaak juist tot meer energieverbruik leidt. Dus alleen maar dingen efficiënter maken, is niet voldoende om energieverbruik terug te dringen.


Ook komen er geheel nieuwe toepassingen binnen handbereik door hogere efficiëntie. Zo komt het overzicht van de efficiëntiewinst van verlichting uit een NASA onderzoek naar de mogelijkheden voor landbouw op andere planeten. Ruimtereizen zijn extreem energie intensief, dus hopelijk wordt dat nooit genormaliseerd. De geschiedenis van de adaptatie van technologie doet echter het ergste vrezen.
Nog een ander voorbeeld van een te simpele oplossing die juist averechts heeft gewerkt: betaalbare woningen. Na de Tweede Wereldoorlog wilde de overheid burgers helpen om woningen te kopen. De hypotheekrenteaftrek zou daarbij moeten helpen. Het gevolg van die hypotheekrenteaftrek was echter, dat iedereen op de huizenmarkt meer geld kon lenen. Daardoor gingen al die mensen die nu plotseling toegang hadden tot een hogere hypotheek tegen elkaar opbieden, waardoor huizen duurder werden. Juist starters kunnen nu moeilijk aan een eigen huis komen.
Nog een voorbeeld van een te simpele oplossing die juist een averechts effect had.
Hogere voedselproductie? In het China onder Mao werd een ware klopjacht op huismussen gehouden omdat die op grote schaal het voedsel van de Chinese burgers zouden opeten. Maar toen de mussen op grote schaal uitgeroeid waren, ontstond er een insectenplaag, met juist als gevolg een hongersnood die twintig tot dertig miljoen slachtoffers eiste.

Die insectenplaag werd trouwens weer bestreden met grote hoeveelheden landbouwgif. Weer een te simpele oplossing! Want daardoor werd ook de bijenpopulatie gedecimeerd, wat er weer voor zorgde dat fruittelers sindsdien zelf maar met kwastjes hun boomgaarden moesten pollineren…
En als je dacht dat zoiets nooit in Nederland plaats zou kunnen vinden: vroeger werden hier rattenvangers betaald per gedode rat. Het gevolg was niet dat er minder ratten waren, maar dat rattenvangers zelf ratten gingen fokken. Toen die beloning afgeschaft werd, werden gefokte ratten op grote schaal vrijgelaten…
Dat zijn allemaal klassieke voorbeelden van te simpele oplossingen, maar in het hier en nu zijn ze nog steeds alom vertegenwoordigd. Als gevolg daarvan, lukt het diverse duurzaam bedoelde initiatieven maar niet om breed geaccepteerd te worden. Zo blijft de circulaire economie maar een niche voor mensen die meer willen betalen voor duurzaamheid, terwijl ondertussen de Amazon, Primark en Action gewoon vrolijk wegwerpspullen blijven verkopen.
En ook: zo lukt het ondanks het groeiende aanbod aan duurzame energie maar matig om het verbranden van fossiel te voorkomen.
En ook: zo worden er steeds meer producten op de markt gezet die geproduceerd worden van gerecyclede kunststof, maar neemt de totale stroom kunststof die jaarlijks geproduceerd wordt alleen maar toe. En de kwaliteit van die producten die van gerecycled kunststof gemaakt worden, is vaak zwaar ondermaats. Geen recycling, laat staan upcycling, maar deep downcycling of zelfs fakecycling. Waarom doen we dit in hemelsnaam?


Dit werkt dus duidelijk niet. Toch worden miljoenen burgers hier dagelijks mee belast. En dat voor -uitzonderingen daargelaten- de vaak matige producten die met gerecyclede kunststof gemaakt worden. Wat een verspilling van al die moeite van al die brave, welwillende, plastic scheidende burgers!
Dus als je als ontwerper, producent, vrijwilliger, activist, consument, kiezer of politicus een hogere mate van duurzaam geluk voor iedereen nastreeft, is het verstandig om voldoende uit te zoomen en zo een groter gedeelte van het systeem in kaart te brengen. Dan kun je er achter komen, dat je op de verkeerde plek het verschil probeert te bewerkstelligen. Dan is het net als zwemmen tegen de stroom in. Hoe hard je ook ploetert, je gaat tóch de verkeerde kant op.
Maar als je het systeem wel voldoende overziet, kun je misschien ontdekken dat er plekken zijn, waar je met relatief weinig moeite juist verrassend veel voor elkaar kunt krijgen. Dat zijn dus sweet spots, die in de systeemtheorie ook wel high leverage points worden genoemd.
Donella Meadows, één van de voornaamste schrijvers van het standaardwerk in de duurzaamheidswereld Limits to Growth, was niet toevallig ook een groot pleitbezorger voor systeemdenken. Haar postuum uitgegeven boek Thinking in Systems kan ik van harte aanbevelen.
Inmiddels is systeemdenken ook gemeengoed geworden aan de Faculteit van het Industrieel Ontwerpen in Delft. In de minor Designing Sustainability Transitions worden studenten gevraagd om zogenaamde gigamaps te tekenen, waarin ze proberen het systeem rondom een product of dienst voldoende overzichtelijk in kaart te brengen. En Designing System Interventions is zelfs inmiddels een standaard vak in de bachelor.
Toch wordt systeemdenken ook op die faculteit nog onvoldoende op waarde geschat. Zo heb ik zelf vijf jaar lang het vak Towards Circular Product Design gegeven. Daarin werd terecht aardig wat aandacht besteed aan verdienmodellen. Maar waarvoor echter onvoldoende oog was, was dat geloofwaardige verdienmodellen voor circulariteit bij teveel producten en diensten eenvoudigweg niet bestaat.
In veel gevallen kan circulariteit zonder overheidssteun in de vorm van subsidies, belastingen of regelgeving gewoon niet opboksen tegen de superieure verdienmodellen die de lineaire economie biedt. Cutting corners = cutting costs.
Neem nou de klassieke casus van de gloeilamp, ooit bewust ontworpen op een levensduur van gemiddeld ongeveer duizend branduren. Met veel hangen en wurgen biedt Phillips sinds een paar jaar voor grote bedrijven licht als een service aan in plaats van gewoon lampen te verkopen, maar is dat voldoende schaalbaar? En hoe lang heeft het wel niet geduurd voor het zo ver was?
Circulariteit is vaak arbeidsintensief en heeft een minder aantrekkelijk terugkerend verdienmodel. Dus is het weliswaar op de langere termijn goedkoper voor de Aarde in zijn geheel, maar op korte termijn duurder voor individuele consumenten en vooral minder aantrekkelijk voor bedrijven die winstmaximalisatie nastreven.
Kortom: de circulaire economie heeft een steuntje in de rug nodig van de overheid. Bijvoorbeeld door via belastingen het principe van True Pricing toe te passen, waarbij de werkelijke levenscycluskosten in rekening worden gebracht. Inclusief bijvoorbeeld de impact van mijnbouw; de CO2 uitstoot tijdens productie en gebruik; de afdankfase; enzovoort.
Maar True Pricing heeft weer een zeer sterke overheid nodig, die in staat is om moeilijke boodschappen te brengen en pijnlijk beleid uit te voeren. Ons democratische systeem lijkt tot dusver niet in staat om een dergelijk robuuste overheid te produceren. In onze steeds ingewikkeldere wereld stemmen kiezers bij alle onbegrijpelijke en vaak tegenstrijdige boodschappen toch eerder voor de comfortabele leugen, dan de ongemakkelijke waarheid.

Zouden keurmerken een oplossing kunnen bieden?
Was het maar zo simpel. Inmiddels zijn er in Nederland zo’n 300 (!) en zelfs Milieu Centraal heeft de handen vol aan het scheiden van het kaf van het koren. Bovenstaande twaalf worden door hen aanbevolen, maar weet jij als consument nu welke voor jou relevant is?
De enige die de ingewikkelde puzzel voor gewone burgers kan ontwarren, is de overheid. Maar dan moet die wel eerlijk en open zijn en bereid om te doen wat nodig is. Zich niet verschuilen achter de zogenaamde “wijsheid van de vrije markt”.
Dus als de circulaire economie een serieuze kans wil krijgen, moeten we ook aan de slag met het democratische systeem dat voor een belangrijk deel beleid bepaalt. Om die reden ben ik een voorstander van het burgerberaad om onze democratie te stutten, waarover meer te lezen is bij idee #6.
Dus wil je een verschil maken op het gebied van het duurzaam geluk voor iedereen? Ga dan binnen jouw domein op zoek naar een sweet spot voor duurzaam geluk voor iedereen. En niet onwaarschijnlijk dat je zelfs buiten je vertrouwde domein moet stappen om de verandering teweeg te brengen die je wilt.
Tot zover gratis idee #2. Op naar idee #3, waarin een korte maar krachtige checklist voorgesteld wordt, waaraan ieder idee dat beoogt een hoge mate van duurzaam geluk voor iedereen te bewerkstelligen uiteindelijk zal moeten voldoen.
