Twinkeltegels

Dr. Tinus Jongert van TNO had onderzoek gedaan naar de relatie tussen buitenspelen en overgewicht. Doordat kinderen steeds meer binnen spelen, bewegen ze minder en snoepen ze meer. Ook hebben ze minder sociale interactie, wat uiteindelijk de sociale cohesie van de hele wijk niet ten goede komt. Volwassenen leren elkaar namelijk vaak kennen via de speelkameraadjes van hun kinderen. Dat gebeurt ook via bijvoorbeeld sportclubs en school, maar daarbij is er vaak al sprake van vergaande bubbelvorming.

Studenten van de TU Eindhoven hadden een eerste variant van een spelvloer ontwikkeld dat ze MakeMeMove doopten. De spelmogelijkheden waren nog beperkt; de bediening onduidelijk; de constructie uitermate kwetsbaar; en de kosten hoog; de lichtsterkte onvoldoende. Logisch allemaal, want het productidee was pas in de vroege conceptfase. Hetgeen er lag was nauwelijks meer dan een proof-of-concept; en dan nog alleen voor een paar eenvoudige spelletjes. Niet voor de technische of economische haalbaarheid van het concept in zijn geheel.

Samen met diverse producenten en elektrotechnische bedrijven heb ik het idee doorontwikkeld tot een beproefd spelconcept en een aantal prototypes die in de praktijk geplaatst en getest zijn. In 2011 ontvingen de Twinkeltegels op basis daarvan de Nationale Sport Innovatieprijs. Onafhankelijk onderzoek van de Haagse Hogeschool wees bovendien uit dat spelen met de Twinkeltegels een flinke fysieke inspanning vergde van kinderen, tot wel anderhalf keer de intensiteit die bij voetballen verwacht kan worden (12 MET versus 8 MET).

Een tussenresultaat dat er mocht zijn: de folder van de Twinkeltegels. Net zo kleurrijk en vrolijk als de spellen zelf en kort en krachtig de voordelen.

De speelaanleidingen waren heel divers en kleurrijk. Sommige spellen vroegen om bedachtzaam en zorgvuldig communiceren. Anderen juist om snelheid en uithoudingsvermogen. Na uitgebreid testen van de spellen bij verschillende leeftijden, werden vijf van de originele acht spellen direct goedgekeurd. Voor de overige drie spellen werden herontwerpen bedacht.

Overzicht van de aangeboden speelwaarden. Doel van deze figuur was het ontdekken van blinde vlekken. Die bleken er niet te zijn.
Samenvatting van een test met vier kinderen tussen acht en tien jaar oud. De bediening om spellen te starten was nog te ingewikkeld, maar ook uit deze test bleek dat de meeste spellen al zeer werden gewaardeerd.

De bediening was in eerste instantie te ingewikkeld. Om geld te besparen, was de oorspronkelijke gedachte om de tegels zelf te gebruiken voor het starten van spellen. Daarvoor werden specifieke codes gebruikt, die echter niet goed uit te leggen bleken. Bovendien was er goede afstemming nodig met andere kinderen, die anders het invoeren van de code konden frustreren.

Eenvoudige test met een prototype van de nieuwe interface in huiselijke kring met een zevenjarige. Als onderzoeker gaf ik eigenlijk nog teveel hints, maar niettemin kon de test als geslaagd beschouwd worden.
Een mooi succes: het concept van de Twinkeltegels wint de National Sport Innovatie Prijs!

De oplossing was heel eenvoudig: gewoon een bedieningspaal toevoegen, waarbij iedere knop precies één functie had. Natuurlijk was dat wel kostenverhogend, maar dat was de sterk vereenvoudigde interface meer dan waard.

Hoe eenvoudig kan het zijn? Gewoon een bedieningspaaltje, wat tegelijkertijd een logische plek bood om uitleg te geven en spelsuggesties te doen.

Het aansluiten op het stroomnet klinkt eenvoudig, maar bleek toch ingewikkelder dan gedacht. Ook al is het energieverbruik van de Twinkeltegels minimaal ( gemiddeld +/- 20 W per spel aan vermogen), gemeentes willen toch ergens een meter kunnen ophangen. Die plek is vaak niet voorhanden. En bovendien is grondwerk best prijzig en risicovol. Er liggen inmiddels zoveel kabels en leidingen in de grond, dat er regelmatig ongelukken gebeuren.

Schetsontwerp van energiepaaltjes die op en neer bewogen kunnen worden door er op te springen. Het principe is vergelijkbaar met een knijpkat.

Om die reden zocht ik naar mogelijkheden om de Twinkeltegels onafhankelijk van het energienet te laten werken. Er is een succesvolle pilot geweest met een zonnepaneel, maar eigenlijk was het nog interessanter om kinderen zelf elektriciteit op te laten wekken. Daarvoor heb ik eerst zelf een schetsontwerp gemaakt en vervolgens een student gevraagd om in het kader van diens studie de haalbaarheid te controleren en een modelletje te realiseren waarmee de interactie na te bootsen was.

Eenvoudig modelletje ter illustratie van de beoogde interactie en proof-of-concept als onderdeel van een haalbaarheidsstudie uitgevoerd door een TU Delft student.

Reflectie

Helaas heeft al dit werk niet kunnen leiden tot een succesvolle marktintroductie. Hoeveel bloed, zweet, tranen en inspiratie er ook in de uitwerking van de constructie heeft gezeten: het is niet gelukt om een voldoende bedrijfszeker product te realiseren. Op betaalbare wijze elektronica in de openbare ruimte verzinken in de grond is -of was destijds- een te grote uitdaging. Steeds weer warmt de lucht in de behuizing op door de zon en de elektronica, zet uit en drukt op de pakkingen om te ontsnappen. Bij afkoelen krimpt de lucht weer in en wordt lucht van buiten -inclusief vocht- aangezogen.

Toen deze constructieve complexiteit eenmaal duidelijk was, heb ik diverse specialisten en producenten geraadpleegd. Adviezen genoeg, maar niemand kon of durfde de uitdaging zelf aan. Ook heb ik als benchmark gekeken hoe concurrerenten het probleem oplosten. De standaard oplossing bleek te zijn: take the money and run! Oftwel: andere producenten kregen dit probleem ook niet opgelost. Op websites zagen de producten er soms nog fantastisch uit, maar als ik in de praktijk ging kijken, was er altijd ontzettend veel uitval.

Een greep uit de alternatieve verschijningsvormen die overwogen zijn, om de bedrijfszekerheid van het Twinkelconcept te vergroten. Van linksboven met de klok mee: Twinkelpalen, een Twinkeltunnel, een afwateringsput onder iedere Twinkeltegel en een Twinkelrek. De keuze viel uiteindelijk in overleg met geïnteresseerde partijen op een Twinkelplatform.

Mijn voorstel was al snel om de Twinkeltegels dan toch maar niet helemaal te verzinken in de grond, maar te verwerken in een verhoging: het Twinkelplatform. Dat lijkt inderdaad een veel betere richting te zijn, maar wel kostenverhogend. Tegen die tijd was het budget meer dan op en werd ik steeds meer afhankelijk van externe partijen, terwijl mijn onderhandelingspositie alsmaar zwakker werd. Dat is niet een positie waar je in wilt verkeren.

Plaatsing van een prototype van een Twinkelplatform in Kortrijk. Dit nieuwe type Twinkeltegels inclusief eenvoudige bedieningspaal ziet er dan wel mooi uit, maar onder andere de bekabeling was een drama.

Waar ik echter nog het meest van geleerd heb, is hoe de markt voor speeltoestellen werkt. Leveranciers van speeltoestellen hebben er weinig probleem mee dat er niet of nauwelijks met hun wipkippen gespeeld wordt.
Gemeentes helaas evenmin. Die zijn allang blij als onderhoudskosten beheersbaar zijn. Verf bij wijze van spreken betonblokken in een vrolijke kleur, noem het speelobjecten en veel gemeenteambtenaren zijn gelukkig: geen gedoe met onderhoud!

Het was lastig afspraken maken met de voorlaatste producent. Links wat er afgesproken was qua bekabeling en op basis waarvan het platform, de kabelgoten en de bedieningspaal gedimensioneerd was. Slechts twee kabels per Twinkeltegel: eentje voor de voeding en de andere voor de data. Rechts de spaghetti aan kabels die er zonder enige vorm van overleg opgeleverd werd.

Tegelijkertijd houden gemeentes en leveranciers van speeltoestellen de markt op slot. Gemeentes kiezen om de zoveel jaar voor een drietal betrouwbare leveranciers die als enigen mogen leveren. Dus als onafhankelijke nieuwkomer op de markt kun je daar nauwelijks tussen komen. Je bent gedwongen via de bestaande marktpartijen je product aan te bieden, maar of hun verkopers wel hun best gaan doen voor jouw product is maar afwachten.

De oplossing had kunnen liggen in een grote launching customer, die voldoende zekerheid kon bieden om de gok te wagen, maar die heb ik helaas niet kunnen vinden.

Voor ontwerpers die écht problemen op willen lossen, is het dus lastig om voet aan de grond te krijgen in deze markt. Ook ontwerpers binnen die gevestigde bedrijven zijn trouwens vaak gefrustreerd vanwege het gebrek aan vernieuwingsdrang.

De laatste plaatsing van Twinkeltegels. Toch weer verzonken in de grond. Dat zou niet mijn keuze geweest zijn, maar ja, het platform zoals toegepast in Kortrijk was ook erg kostbaar.

Vanuit marketingtechnisch oogpunt is dit allemaal overigens zeer goed te begrijpen, zo leerde ik later bij het vak Strategic Product Innovation. Innoveren brengt risico’s met zich mee en gevestigde bedrijven zitten daar meestal niet op te wachten. Voor de Bühne doen bedrijven vaak alsof, maar het werkelijke gedrag is meestal zeer defensief. Ze laten nieuwkomers de risico’s nemen en als die een keertje succesvol blijken, kunnen gevestigde bedrijven via hun geoliede marketingmachines alsnog de meeste vruchten plukken bij innovaties. Het belang van het zogenaamde first mover advantage wordt schromelijk overdreven. Voorzichtige volgers verdienen vaak veel meer.

Weer wat geleerd…