#3 Checklist voor duurzaam geluk voor iedereen

Waar moet een product, dienst, wet, regelgeving, systeem of wat dan ook aan voldoen om kansrijk te zijn om bij te dragen aan het duurzaam geluk voor iedereen? Op detailniveau is dat natuurlijk afhankelijk van waar het precies over gaat, maar op een hoog abstractieniveau heb ik een korte en eenvoudig te hanteren checklist bedacht die eigenlijk altijd wel toegepast kan worden. Tenminste: ik ben in de praktijk nog geen situatie tegengekomen waarin die niet functioneerde.

Die checklist bestaat uit de volgende vijf vragen:

  • Is het wenselijk?
  • Is het economisch haalbaar?
  • Is het technologisch haalbaar?
  • Is het duurzaam?
  • Is het voldoende schaalbaar?

Wenselijkheid

Wenselijkheid gaat over nu en de nabije toekomst. Het is daarbij wel zaak om de belangen van alle relevante partijen (stakeholders, niet te verwarren met shareholders) mee te nemen. Doe je dat niet, dan krijg je bladblazerachtige oplossingen, waarbij het comfort van de één ten koste gaat van dat van één of meerdere anderen. Vrijheid is wenselijk, maar de vrijheid van de één gaat in een eindige wereld al snel ten koste van de vrijheid van een ander.

Onze maatschappij begint steeds meer te lijken op een bladblazereconomie, waarbij het comfort en de vrijheid van de één ten koste gaat van die van anderen. Uiteindelijk hebben we daar vroeger of later allemaal last van.

Economische haalbaarheid

De economische haalbaarheid gaat er over of er een serieus verdienmodel te vinden is. Het hoeft geen blijvend verdienmodel te zijn, als duurzaam geluk voor iedereen het uiteindelijke doel is. Misschien los je een probleem wel voor eens en voor altijd op met een bepaalde interventie. Mooi, dan zijn je handen vrij om je op een volgend probleem te richten.

(Zo werkt traditionele marketing trouwens niet. Die zoekt naar winstmaximalisatie en wil eigenlijk zelden of nooit problemen voor eens en voor altijd voor de klant oplossen. Dat terzijde.)

Technologische haalbaarheid

De technologische haalbaarheid gaat er over of de interventie überhaupt wel mogelijk is zonder wonderen te verwachten. Dat klinkt als een inkopper, maar er is een hele markt voor snake oil achtige producten. Zo hoor ik steeds maar weer over de ontwikkeling van een windmolentje dat op zo’n revolutionaire manier werkt, dat het aanzienlijk meer energie uit de wind kan halen, dan op grond van het formaat verwacht kan worden. “…wij gebruiken de energie uit de wind twee keer”, aldus de ontwikkelaars.

Ingenieurs die een beetje verstand er van hebben, weten dat dit onzin is. Er is een theoretisch maximum aan energie die uit de wind geoogst kan worden. Meer er uit halen dan dat maximum zou pure magie zijn. Maar toch weet dit bedrijf steeds maar weer aandacht van pers en investeerders te trekken.

Of wat te denken van koude kernfusie. Er wordt door “deskundigen” beweerd dat binnen twintig jaar de ontwikkeling van koude kernfusie al onze problemen met energie op zal lossen. De eerste keer dat ik dat verhaal hoorde, is inmiddels dertig (!) jaar geleden.

Misschien kan koude kernfusie; misschien kan het niet. Maar tot die technologie zich bewezen heeft, mogen we onszelf niet rijk rekenen. En dat doen techno optimisten en politici die graag problemen voor zich uitschuiven juist maar al te graag. Innovatie is het toverwoord. Snake oil!

Duurzaamheid

Het vierde aspect, of iets duurzaam is, gaat over de langere termijn. Daarbij moet het dan wel gaan over échte duurzaamheid en niet schijnduurzaamheid. Er zijn voorbeelden te over hoe dat mis kan gaan. Zo krijgt biomassa het predikaat “duurzaam” omdat het “hernieuwbaar” is. Maar als biomassa (bomen, gras, algen, etc.) sneller geoogst wordt dan het weer aan kan groeien, is het toch niet duurzaam. Of als echte bossen vol biodiversiteit opgeofferd worden ten gunste van armoedige, levensloze productiebossen. Dan gaat de leefbaarheid van de planeet toch achteruit. En niet alleen voor de kwetsbaarste soorten. Uiteindelijk ook voor onszelf.

Ook recyclen is niet automatisch duurzaam. Bijvoorbeeld als daardoor toxische stoffen juist een extra kans krijgen om in het milieu terecht te komen. Of als het recyclen van verbruikte verpakkingen in nieuwe toepassingen weinig tot niets doet aan het verminderen van de benodigde stroom primaire kunststoffen. Of als de gerecyclede producten van zeer inferieure kwaliteit zijn, waardoor ze korte tijd later alsnog tot afval leiden. Of dat een extreem lage of zelfs negatieve kostprijs van inferieure gerecyclede materialen leidt tot onzinige producten waar niemand op zit te wachten.

Schaalbaarheid

Het vijfde en laatste aspect van de checklist is de schaalbaarheid. Als die beperkt is, is het zinloos om een al te grote positieve bijdrage te verwachten van een nieuwe ontwikkeling of bestaande praktijk. Zo wordt veel kostbare tijd, geld en energie gestoken in de ontwikkeling van producten die energie kunnen winnen uit golven en getijden.

Die vorm van hernieuwbare energie kan nooit zoden aan de dijk zetten. Als je aan de kust staat tijdens een storm op zee, lijkt het heel wat, al dat natuurgeweld. Maar het is eigenlijk maar een heel klein beetje energie dat er duurzaam uit gewonnen kan worden, ook al zou je de hele kustlijn Nederland vol leggen met ingewikkelde apparaten om energie uit golven en getijden te winnen.

Ga maar na: de versimpelde kustlijn van Nederland is dan wel ongeveer 600 kilometer lang, maar er zijn ook maar liefst 18 miljoen mensen alleen al in Nederland die gebruik willen maken van al die energie die eventueel opgewekt kan worden aan ons stukje van de Europese kust. Dus dat is maar drie centimetertjes kustlijn per persoon…

En dan is Nederland nog een land met een relatief lange kustlijn, een aardig verschil in getijden en is de Noordzee een redelijk woelige zee. In de Middellandse Zee en in de Oostzee is er nog veel minder energie te oogsten. Die zeeën zijn veel kalmer en hebben nauwelijks getijden.

Tegelijkertijd zijn kustgebieden wel van zeer groot belang voor het maritieme leven. Het is dus zeer onverstandig om daar teveel in te rommelen met grootschalige bouwprojecten.

Bottom line: energie uit golven en getijden zijn alle aandacht die er aan geschonken wordt niet waard. Ze leiden alleen maar af van bronnen van hernieuwbare energie die er wel toe doen, zoals zon, wind en in de toekomst misschien op grote schaal geothermie.

Wat die laatste vorm van energie betreft: iets kan trouwens ook te schaalbaar zijn. Geothermische energie is nu nog alleen nog maar echt interessant in landen waar van nature veel geothermische activiteit is, zoals IJsland, maar zou in de toekomst wel eens heel groot kunnen worden. Diverse landen experimenteren met methoden om extreem diep te boren in onze aardkost. Dus wat als we ooit in staat zullen blijken om zelf geothermische activiteit op te wekken, om daar energie uit te winnen?

Zo’n ontwikkeling lijkt nu nog science fiction, maar wat als het kan? Als we plotseling toegang hebben tot de haast onuitputtelijke hoeveelheid energie die opgeslagen is in de vorm van magma zo heet als het oppervlak van de zon?

Dat klinkt misschien als een utopisch droomscenario, maar het zou ook zo maar tot een dystopische nachtmerrie kunnen leiden. Want zoals we tot nu toe omgaan met de toegang tot energie: biedt dat nou veel hoop op een bloeiende toekomst als we eenmaal toegang hebben tot haast oneindige energie? Zullen we dan niet nog goedkoper, nog sneller en nog meer van de leefomgeving vernietigen?

Kortom: schaalbaarheid kan een beperkende factor zijn, maar ook juist te groot zijn voor duurzaam geluk voor iedereen. Ongelimiteerde macht: daar zijn we als soort nog niet aan toe. We zijn nog niet goed genoeg in het maken van toekomstbestendige keuzes.

De falende maatschappelijke beslisboom

Ik heb deze korte checklist losgelaten op diverse potentiële oplossingen voor hardnekkige problemen op het gebied van duurzaam geluk voor iedereen. Tot nu toe scoorde geen enkele potentiële oplossing vijf uit vijf. Er was er telkens minstens eentje die tekort schoot.

En dat is eigenlijk helemaal niet verrassend. Als een oplossing 1) wenselijk is; 2) economisch en 3) technologisch haalbaar; 4) duurzaam; en ook nog eens voldoende 5) schaalbaar; dan is de kans groot dat die desbetreffende oplossing allang door een voortvarende ondernemer opgepikt en opgeschaald zou zijn.

De beslisboom van de on(der)gereguleerde vrije markt werkt in praktijk heel anders, dan voorgesteld in dit idee. Economische haalbaarheid domineert. Dus als iets economisch haalbaar is, komt het er. Of een product of dienst nou technologisch haalbaar, voldoende schaalbaar, wenselijk of duurzaam is, maakt uiteindelijk niet uit. Dat heeft allemaal alleen effect op de manier waarop het product of de dienst op de markt komt.

Maar bij al die hardnekkige problemen die ons anno 2025 overspoelen, ontbreekt er dus minstens één van de vijf. In mijn ervaring is dat vaak de economische haalbaarheid: er is geen voldoende serieus verdienmodel te vinden. En aangezien we onszelf in het Rijke Westen aangepraat hebben dat de on(der)gereguleerde vrije markt de beste manier is om oplossingen te selecteren, blijven veel goede ideeën on(der)benut.

Dat gaat soms over hele simpele dingen. Zo is er geen serieus verdienmodel voor het schoon houden van een rivier. Diezelfde rivier gebruiken als afvoerputje om makkelijk van industriële afvalstromen af te komen, bespaart juist wel kosten. Cutting corners = cutting costs. Bijvoorbeeld voor een chemieconcern als Chemours/DuPont. Die kan ondertussen voor een fractie van de bespaarde kosten mooi weer spelen in de lokale gemeenschap en ook via de geboden werkgelegenheid goede sier maken bij burgers en politiek. Terwijl ondertussen de leefomgeving voor toekomstige generaties op grote schaal vernietigd wordt met zogenaamde forever chemicals als PFAS.

En is al het zoetwater inmiddels te vervuild om nog gebruikt te worden als bron voor drinkwater? Dan kan er te zijner tijd ook nog eens door bedrijven flink verdiend worden aan de verkoop van flessenwater.

Volgens de manier waarop in ons sociaal-economisch-politieke systeem succes gemeten wordt, is dat dan nog een positieve ontwikkeling ook, want het Bruto Nationaal Product stijgt. De werkgelegenheid stijgt. Er is dus weer een excuus gevonden om elkaar geld toe te schuiven. Lekker bezig!

In het kwadrant rechtsboven zitten ideeën die goed zijn voor de wereld EN superieure verdienmodellen hebben. Die ideeën zijn zeldzaam.
Linksboven ideeën die goed zijn voor de wereld, maar geen serieus verdienmodel hebben. Die ideeën blijven onderbenut.
Linksonder ideeën die slecht zijn voor de wereld, maar gelukkig zonder verdienmodel. Er zijn maar weinig mensen die voldoende rijkdom en macht hebben om die ideeën alsnog door te drukken. Weinig, maar ze zijn er wel.
Rechtsonder de gevaarlijkste categorie: ideeën die slecht zijn voor de wereld, maar wel superieure verdienmodellen hebben. Verslavende producten bijvoorbeeld, wapens, vergiftigen van waterbronnen, enzovoort.
De overheid zou moeten ingrijpen om goede ideeën aan verdienmodellen te helpen en juist het verdienmodel van slechte ideeën weg te nemen. Bijvoorbeeld via True Pricing, waarbij de werkelijke (maatschappelijke) kosten via belastingen in rekening worden gebracht. In extreme gevallen zelfs door verboden en geboden.
Helaas, door haast blind geloof in de “wijsheid van de markt”, wordt teveel vrijgelaten.

Het moge duidelijk zijn: alleen de on(der)gereguleerde markt laten beslissen over onze toekomst is zeer onverstandig. Daarin ligt dus een duidelijke taak voor de overheid: sommige problemen zelf aanpakken of er in ieder geval via subsidies en belastingvoordelen voor zorgen dat er alsnog een voldoende serieus verdienmodel ontstaat voor de beste oplossingen. Zoals schoon drinkwater.

Zo zou de beslisboom er uit zien als er op veel democratischere wijze en pro-actief gekozen zou worden welke ontwikkelingen te stoppen en welke te stimuleren. Niet de “wijsheid van de markt”, maar via een betere democratie de “wijsheid van de massa”. Niet groei, maar vooruitgang staat centraal. Zelfs Adam Smith zelf (vaak genoemd als vader van het kapitalisme) zou het hier waarschijnlijk mee eens zijn geweest.

Maar ja, dan heb je wel eerst een overheid nodig, die het duurzaam geluk voor iedereen als doelstelling heeft. En dus geen regering die vooral oog heeft voor de economische kortetermijn belangen van grote bedrijven en een rijke bovenklasse. Want dat is helaas door de aard van ons politieke systeem te vaak het geval: verdienmodellen corrumperen in toenemende mate verkiezingen. Zelfs in Nederland met zijn sterke democratische traditie.

Op de kwaliteit van de democratie kom ik onder #5, #6, #7 en #8 nog op terug. Eerst nog even onder #4 een pleidooi om jou, lezer, te inspireren om de groene superheld in jezelf te ontwikkelen. Dat is misschien makkelijker dan je denkt!

Practice what you preach & teach

In het kader van practice what you preach & teach, heb ik het lijstje selectiecriteria van deze post trouwens ook op mezelf toegepast. Meer daarover bij het volgende idee.

Voortaan vrijwel al mijn tijd onder de vlag van Dugelied spenderen aan duurzaam geluk voor iedereen is vrijwel maximaal wenselijk, duurzaam en schaalbaar. Niets is zo makkelijk om te verspreiden als ideeën.
De technologische haalbaarheid is ingewikkelder, omdat je als eenpitter beperkt bent in de kennis die je kunt vergaren. Die zwakte denk ik echter via mijn behoorlijk uitgebreide netwerk (o.a. via de TU Delft en Scientist Rebellion) op te kunnen vangen.
Nog groter probleem is de economische haalbaarheid… Mijn ervaring heeft mij geleerd, dat het vertrouwen op een verdienmodel contraproductief is. Dat kost veel tijd en energie en betekent vaak ook dat je in zee moet gaan met andere partijen, die minder nobele doelen hebben. En dan zul je vroeger of later compromissen moeten sluiten die de kwaliteit van het oorspronkelijke idee aantasten.
Nee, als duurzaam geluk voor iedereen het doel is, zit er niets anders op dan te vertrouwen op crowdfunding… (Hint! Hint!)